Het Asfaltmeer: hoe het zwarte goud voor Curaçao een nachtmerrie werd

In sommige delen van de wereld worden asfaltmeren gezien als indrukwekkende natuurfenomenen die jaarlijks duizenden bezoekers trekken. Een beroemd voorbeeld is het Pitch Lake in Trinidad en Tobago, gelegen in La Brea (wat "teer of pek" betekent). Dit grootste natuurlijke asfaltmeer ter wereld fascineert met zijn immense omvang en unieke samenstelling. Ook Los Angeles heeft een bekend asfaltmeer, de La Brea Tar Pits, beroemd om de fossielen van prehistorische dieren die erin bewaard zijn gebleven. Deze natuurlijke asfaltmeren worden beschouwd als ware natuurwonderen. Het asfaltmeer op Curaçao heeft echter een heel ander verhaal: dit meer is geen natuurwonder, maar het resultaat van jarenlang dumpen van petrochemisch afval door Shell.

Onlangs maakte ik enkele luchtfoto’s van het asfaltmeer op Curaçao. Het beeld was zowel indrukwekkend als verontrustend en roept vragen op over de balans tussen economische vooruitgang en de tol die het milieu hiervoor betaalt.

Een taaie teerachtige substantie

 

Shell heeft in het verleden zonder enige twijfel bijgedragen aan de economische groei van Curaçao. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de raffinaderij op het eiland zelfs een hoofdrol door brandstof te leveren die cruciaal was voor de geallieerden. Maar deze bijdrage had ook een duistere kant: tijdens de raffinage bleef een zwaar residu achter dat in een nabijgelegen lagune werd gedumpt en zo ontstond het asfaltmeer op Curaçao – een stroperige, donkere erfenis van Shell’s activiteiten.

Rechts het asfaltmeer, links het relatief schone water van het Schottegat (haven)

 

Toen de raffinaderij in 1985 niet langer rendabel bleek, beëindigde Shell haar activiteiten op Curaçao. In een opmerkelijke deal werd de raffinaderij, inclusief het asfaltmeer en omliggende terreinen, voor slechts één Antilliaanse gulden overgedragen aan de overheid van Curaçao. Shell ontsnapte zo aan alle verantwoordelijkheid voor het opruimen van het zwaar vervuilde terrein en het asfaltmeer. Curaçao kreeg de volledige controle over de raffinaderij, maar erfde ook de bijbehorende milieuschade.

Delen van de oude Shell-installaties

 

In de jaren daarna probeerde Curaçao Shell alsnog aansprakelijk te stellen voor de vervuiling. In 2005 stuurde het Bestuurscollege een brief naar de directie van Shell waarin de oliegigant verantwoordelijk werd gehouden voor de milieuschade. In 2010 voerde een lokaal advocatenkantoor, onder leiding van professor Kunneman, een diepgaand onderzoek uit waaruit bleek dat een juridische claim moeilijk was, maar zeker niet onmogelijk. Hij stelde dat Shell mogelijk relevante informatie over de milieuschade niet had gedeeld in 1985. Daarnaast schatte hij dat de economische waarde van de raffinaderij destijds zelfs negatief was, wat betekende dat Curaçao een grote last had overgenomen zonder volledig inzicht in de gevolgen.

De overname door Curaçao bracht echter ook voordelen: kort daarna toonde het Venezolaanse staatsoliebedrijf Petróleos de Venezuela S.A. (PdVSA) interesse om de faciliteit te gebruiken voor de raffinage van zware Venezolaanse olie, passend bij het oorspronkelijke ontwerp van de raffinaderij. Dankzij deze overeenkomst bleef een belangrijk deel van de werkgelegenheid behouden en PdVSA droeg bij met miljoenen aan pachtgelden en belastingen aan de staatskas.

Ondanks de economische voordelen die Curaçao heeft behaald uit de voortzetting van de raffinageactiviteiten, blijft het asfaltmeer een hardnekkig probleem. De kosten voor sanering worden geschat op 100 miljoen tot 1,5 miljard gulden, afhankelijk van hoe grondig en duurzaam de sanering moet zijn. Deze immense kosten zijn moeilijk op te brengen voor het eiland, waardoor een oplossing voor het asfaltmeer lange tijd uitbleef. Toch lijkt Curaçao nu een oplossing te hebben gevonden: Buskabaai N.V., een staatsbedrijf, graaft het residu op en verkoopt het aan de weinige bedrijven wereldwijd die in staat zijn het te verwerken tot bruikbare olieproducten. Hoewel Buskabaai N.V. een moeizame start heeft gekend, lijkt het bedrijf eindelijk zijn draai te hebben gevonden. In een telefonisch interview vertelde de woordvoerder van Buskabaai dat het werk tijdrovend is, maar dat het grootste deel van het asfalt binnen vijf jaar zal zijn opgeruimd.

Het blijft voor velen een raadsel hoe Shell hiermee wegkomt. Geolied als Shell is, lijkt het bedrijf mooi weg te glippen voor zijn verantwoordelijkheid.

...op hete kolen...

De opwarming van de aarde en de CO2-problematiek behoren tot de meest urgente vraagstukken van onze tijd. In het boek ...op hete kolen... worden de vele aspecten van klimaatverandering en CO2-uitstoot op een begrijpelijke manier uitgelegd. Het boek biedt een uitgebreide verzameling van bekende en minder bekende informatie, verrijkt met persoonlijke ervaringen. Versnipperde milieukwesties worden samenhangend gepresenteerd; pittige en controversiële meningen worden niet uit de weg gegaan. 


Misschien vind je dit ook interessant


CO2-credits: effectieve oplossing of gebakken lucht?


Hoeveel bomen moet je planten om je CO2-uitstoot te compenseren?


Nederland wordt kouder: een nieuwe wetenschappelijke hype?


Baanbrekende ontdekking: licht kan water verdampen zonder warmte


Militaire verwoesting in Oekraïne en ons milieubeleid: een opmerkelijke tegenstelling


Is CO2 of waterdamp de grootste boosdoener?


De atmosfeer bestaat voor bijna 80% uit stikstof. Waarom is stikstof dan zo’n groot probleem?